Nu we aan ons appartement een klein maar fijn terrasje hebben, begint het bij mij serieus te kriebelen om aan de slag te gaan met allerlei bloemetjes en plantjes. Zo ook afgelopen week. Ik had een paar prachtige plantjes gekocht, maar had de tijd of kracht nog niet gevonden om ze ook daadwerkelijk een plaatsje in een bloembak te geven. Toen op een middag het zonnetje weer hard haar best deed, besloot ik dat de bloemetjes lang genoeg in hun plastieken bakjes hadden staan wachten. Ik nam dus de vers gekochte zak potgrond en begon lekker te ploeteren, met mijn handen in het zand (officieel vanwege gebrek aan tuinmateriaal, maar eerlijk, het is gewoon zo leuk).

Gaandeweg begon mijn lijf te protesteren. De ongemakkelijke houding deed mijn niet-bestaande spieren geen goed. Ik voelde de laatste restjes kracht zo uit me weglopen, als de lucht uit een platte band. Terwijl ik met mijn voeten vol zand mijn gietertje ging vullen, voelde ik dat mijn lichaam bezig was aan een meltdown. Maar toch wou ik niet opgeven.

Nog niet, eerst nog opruimen, het zand stofzuigen, dit en dat. I know, the story of my life, en ik zou intussen beter moeten weten. Maar ja, ik heb nog een lange weg te gaan voor ik mezelf ten allen tijde ga toestaan om te stoppen als het niet meer gaat. Het werd een race, niet tegen de klok maar tegen de crash die eraan kwam.

Toen alle bloemetjes met hun voetjes in de aarde zaten, kon ik niet anders dan ter plekke neerstorten. Daar lag ik dan, op de harde vloer, en ik kon niet meer bewegen. Heel mijn lichaam weigerde dienst. Alleen mijn ogen kon ik nog gebruiken.

Boven mij speelden drie vliegen tikkertje in de lucht. Een spinnetje liet zich zakken aan haar draad. Een idiote vlieg botste op de spinnenrag en daar bengelde de spin aan haar draadje. Heen en weer en heen en weer. De andere vliegen gingen onverstoorbaar door met hun schijnbaar nutteloze bezigheid. En ik lag daar maar. Te liggen. Hulpeloos en zwak, als in een halve coma. Wat in een half uur een paar plantjes met mijn lijf kunnen aanvangen, dat hou je niet voor mogelijk.

Maar toch, ik was niet ongelukkig. Want in dat anderhalf uur dat ik daar bijna roerloos lag, op de grond, verzamelde ik af en toe de kracht om mijn hoofd heel lichtjes op te tillen. Niet veel, maar net genoeg zodat ik telkens even een blik kon werpen op mijn prachtige bloemetjes, in de mooiste en meest opbeurende kleuren.

Het zijn de meest vrolijke bloemen die ik ooit heb gezien. En ik lachte, keer op keer. Door die kleurenpracht, en door een mooie verwezenlijking van mezelf. Het lijkt zo miniem voor de meesten van jullie, maar voor mij, met mijn beperkingen, was het echt iets om trots op te zijn.

Sofie

Hoi! Ik ben Sofie en schrijf hier met veel goesting over mijn groene lifestyle, eerlijk en bewust ouderschap en hoe het is om chronisch ziek te zijn. Vragen of opmerkingen? Laat hieronder iets van je horen, vind ik leuk!

3 Comments

  1. sofie,
    wat fijn om weer iets van je te horen!
    Ik heb met een grote glimlach je verhaal gelezen. Want ook al is het natuurlijk helemaal niet leuk dat je daar zo op die harde grond lag, toch kan ik genieten dat jij zo genoten hebt.

    Ik herken dit zo goed. Ik had laatst ongeveer hetzelfde.
    Ik kreeg ook voorjaarskriebels; maar dan niet met bloemetjes, maar voorjaarsschoonmaakkriebels.
    En zo kwam het dat ik met een stofzuiger in mijn hand door de kamers liep te rouzen. Niet veel later lag ik inderdaad ook languit op de vloer…. met een lichte neiging de stofzuigerbuis tegen mijn hoofd te meppen (hoe krijg ik het toch steeds voor mekaar om te denken dat ik dit kan?!?) Maar toch diep tevreden met het feit dat de vloer waarop ik stilletjes lag, wel een schone vloer was! 😉

    Geniet van je bloemetjes!!

  2. Wat mooi dat je je op zo'n moment toch nog gelukkig kon voelen! Maar misschien beter om de volgende keer dit in 3 etappes te doen ;-).

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.