Elke dag kruip ik uit bed vol goede moed.
Elke dag stap ik in de douche boordevol plannen. Niets spectaculairs hoor. Vanmorgen was het bijvoorbeeld: ‘Ik ga vandaag de badkamerkastjes eens uitkuisen.’
Of een gedachte die ook vaak voorkomt: ‘Vandaag vlieg ik er terug in, in die studieboeken!’
En elke dag bedrieg ik mezelf waar ik bijsta.
Want elke dag opnieuw kom ik geradbraakt uit die douche, en besef ik: ‘Nee, vandaag wordt weer niks.’
En toch begint dat spelletje elke dag van voor af aan. Van goeie moed naar de harde klap van de realiteit.
Maakt dat van mij een koppige, hardleerse ezelin? Wees maar zeker. En dan nog eentje die zich al te vaak stoot aan dezelfde steen door haar plan koste wat het kost toch te willen uitvoeren. Maar het maakt van mij ook iemand die niet stopt met proberen. Die de moed niet wil opgeven. Die telkens weer recht krabbelt na de zoveelste vernielende stoot. Wel willen, maar niet kunnen. Blijven willen. Ook al kan het niet.
heel herkenbaar, en zeker niet ongezond: hoop moet er zijn!
Zelfs na meer dan twintig jaar doe ik het nog. Dromen, noem ik dat, en dat kan op zich al zalig genieten zijn.
ieaa!ieaa!…heel herkenbaar
Ik zou wel naief zijn … maar waarom dan niet `s avonds pas douchen ?
Hoi Marion, dat zou inderdaad een oplossing zijn, als die douche het enige was waardoor ik al van 's ochtends geradbraakt ben 😉
Plus ik heb nog eens heel lastig krulhaar, dat moet ik sowieso elke ochtend natsproeien wil ik er een klein beetje als een normaal mens uitzien en niet als een holbewoner, ik kan het namelijk droog niet kammen 🙂