En toen was daar het moment: de festivaldag die ik had vastgelegd toen ik dacht tegen de zomer beter te zijn. Beter ben ik in de verste verte nog niet. Maar de tickets lagen hier wel in de schuif. En gaan zou ik.

Je moet weten, dat ik in al mijn zieke jaren, toch elk jaar mijn Werchterliefde niet tekort deed. Ik sleepte me erheen, ik sleurde mezelf erdoor, vier dagen lang, op adrenaline, en achteraf moest ik maanden bekomen. Het was de uitspatting van het jaar voor mij, het enige dat ik me niet liet afpakken. Het waren de gelukkigste momenten. En ook de zwaarste.

Bang

Sinds het samenwonen, heb ik met veel pijn in het hart de meerdaagse van het jaar laten vallen. Te duur. En toch ook wel achteruit gegaan. Wel doen we, als het programma ons aanstaat, nog eens een dagje. Zo ook dit jaar dus.

Vol vertrouwen, maar met enige twijfel in mijn stem, verkondigde ik dat het wel zou lukken, dat ik wel zou zien, dat ik het op me af liet komen. Tot de dag voor de grote dag. Gigantische migraine. Ik zag het niet bepaald meer zitten. Wat dacht ik nu, dat ik mijn lichaam kon bedriegen voor een dag? Dat de lyme mij voor één keer gerust zou laten?

Bang was ik, omdat ik wist dat ik de dag zou moeten doorploeteren. Zorgeloos is zo’n uitstap nooit voor mij. Er hangt steeds een zwaar blok aan mijn been, dat me ervan verzekert dat ik niet gewoon kan genieten. Bang was ik, voor de gevolgen. Voor de day after, en the week after, en the months after. Zou ik mezelf weer zieker maken? Ja. Zou ik wensen dat ik nooit was gegaan? Ja. Moest ik dan wel gaan? Ja. Want als ik zou luisteren naar mijn lichaam, dan kwam ik nooit meer van de zetel.

Hectische ochtend

In elk geval had ik geluk: de volgende dag was het grootste deel van de migraine weg, en ik had niet miserabel geslapen. Probleem was dat ik normaal gezien van plan was om op voorhand alles klaar te pakken, zodat ik tot het moment van vertrek zou kunnen rusten. Maar dat was door de migraine dus niet gelukt.

Er volgde dus een ietwat hectische ochtend, waarbij ik hoed, zonnecreme, snacks, drank, dit en dat bijeen moest rapen. Ook nog zonnecrème smeren natuurlijk. En waar lagen die oordoppen alweer? Ik had geen backup, want intussen was mijn wederhelft naar de winkel voor de wekelijkse boodschappen. Het zweet droop van mijn rug, en mijn hart maakte overuren, waar de lekkere temperatuur van 26 graden in ons appartement ook voor iets tussenzat.

Uiteindelijk konden we toch vertrekken, met wat vertraging. Van mijn schatten van ouders kregen we hun auto mee. Ik denk dat ze goed konden inschatten dat ik die airco echt wel kon gebruiken.

Onderweg voelde ik dat het niet goed zat met mijn hart. Onregelmatig voelde ik het bonken in mijn borstkas. Ik voelde het al aankomen: een tachycardie-aanval. Ergens tussen Antwerpen en Werchter stopten we de auto om even te bekomen. Niet dat dat veel hielp, maar we zijn toch op onze bestemming geraakt.


Het volgende probleem diende zich aan: de parking was echt wel ver van het festivalterrein. Een veertigtal minuten lopen op mijn tempo, niet evident voor mij en zeker niet in de hitte, want het was inmiddels half 1. We maakten een tussenstop om de broodjes die mijn zus voor ons ging kopen op te eten (bye bye dieet), en onze tocht ging verder.

Op het terrein overviel me een dubbel gevoel: ik was thuis, op mijn geliefde Werchterwei. Maar eigenlijk wenste ik tegelijk dat ik thuis was: ik voelde me niet bepaald ok. Gelukkig was mijn hart al iets gekalmeerd zodat we toch al zittend en liggend wat muziek konden meepikken. Ik zat echter minder in de sfeer dan anders, en wachtte vooral op de band waarvoor ik naar hier was gekomen: Rammstein.

Het was puffen en zweten, misselijk zijn en hoofdpijn hebben, en op het einde vergaan van de krampen, maar uiteindelijk veerde ik recht op mijn spaghettibenen. Ergens in mij vond ik dankzij de adrenaline zelfs nog de kracht om mee te brullen en iets wat op een dansje leek te doen. De show was de moeite waard, en zo maakte het deze dag toch nog goed.

Achteraf volgde echter weer een extraatje dat ik er eigenlijk niet bij kon hebben: door een mensenopstopping aan de uitgangen en richting campings en parkings, deden we er bijna twee uur over om weer bij de auto te geraken.

Om vier uur lag ik in mijn bed, gesloopt.

“Soms toont een foto maar de halve waarheid.”

Werchter 06-07-2013 093 (2)
Terugkijkend naar de foto’s, zie je niks aan mij. Gewoon one of the crowd. Niemand ziet dat ik inwendig een beetje sterf. Ik lach, om de blijheid die ik voelde bij Rammstein, om het feit dat ik ervan geniet dat iedereen op Werchter blij is en zoveel vriendelijker en samenhoriger dan in de normale wereld. Ik heb er een leuke herinnering bij. Maar ik lig nu wel weer de prijs te betalen. Ik vraag me af of het de moeite waard was. En voor het eerst in al die Werchterjaren weet ik het niet meer zo zeker.

Sofie

Hoi! Ik ben Sofie en schrijf hier met veel goesting over mijn groene lifestyle, eerlijk en bewust ouderschap en hoe het is om chronisch ziek te zijn. Vragen of opmerkingen? Laat hieronder iets van je horen, vind ik leuk!

3 Comments

  1. Wat een verhaal… Alweer heel herkenbaar, probeer je recht te trekken aan de Ramsteinroes en gun je lichaam nu welverdiende rust! Zie het als een overwinning, je bent toch niet naar huis gekeerd met je aanval, je hebt het toch maar gedaan! Ik ben fier op je!!!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.