We aten taart met kersen, onder de vijgenboom. Ze plukte de eerste rode besjes van de struik en moest toegeven dat ze toch nog wat zuur waren. We klapten dubbel van het lachen. We praatten, over alles en niets. Over al haar kleinkinderen. Ze maakte grapjes. Ze wees trots naar haar hoofd, terwijl ze zei “die motor hierboven werkt nog goed, zenne!”. Ze maakte een winkelbriefje met mijn mama. We vertrokken met de woorden, “allé, misschien kunnen we volgende keer Ella’tje nog eens zien hè! De groetjes thuis.”
De volgende dag kreeg ik een telefoontje. Ze was haar koffietje niet komen drinken, die ochtend. Dag omaatje. Ik mis je nu al. ❤️