Een stukje tekst dat al jaren in mijn concepten staat, sprong laatst weer in mijn gedachten. Het gaat over chronisch ziek zijn, en het verlangen naar thuis kunnen komen.
Wat heel zeldzaam is voor mij, is het gevoel van heerlijk thuiskomen. Wanneer ik een uitzonderlijke keer uit ben en Jense is thuis, dan vind ik het zo fijn om onze voordeur te naderen. Het licht binnen te zien branden van op de stoep. Mijn man die op me wacht. (Nu ja, dat wachten is waarschijnlijk relatief, want zo vaak is hij niet alleen thuis. Hij geniet dus waarschijnlijk van allerlei actiefilms waar ik meestal geen zin in heb. Maar goed, het is het idee.)
Er naar uit kijken om thuis te komen, en niet altijd degene te zijn die thuis wacht. Dat is voor mij echt zeldzaam. Het is zo’n mooi gevoel, dat er ook eens iemand op mij wacht. Dat ik iemand heb om bij thuis te komen.
De wereld is zo klein voor mij. Terwijl ik aan mijn bureautje zit, zie ik al die mensen die druk onderweg zijn van punt a naar punt b. Zoveel mensen die er naar uit kijken om thuis te komen. En ik, die vooral eens weg wil. Om dan weer thuis te komen, en de voldoening te voelen van neer te ploffen in je eigen zetel. De voldoening, van iets gedaan, iets betekend te hebben. Rust voor mijn lijf en herinneringen in mijn hoofd.
Mama’s werk
Fast forward, naar een paar jaar later.
“Wauw, mama, een brandweerauto! En een leeuwenrugzak! En een lieveheersbeestlamp! Van wie heb ik dat gekregen?”, roept ze uit terwijl ze het net geleverde pakje openscheurt.
“Euh, goh, van mama’s werk, zou ik zeggen…” antwoord ik. De nieuwe spulletjes in haar handjes werden mij net opgestuurd voor een blogsamenwerking. Later op de dag, als papa klaar is met zijn job, hoor ik haar mijn woorden herhalen. “Kijk papa, dat heb ik gekregen van mama’s werk!”
Ze is trots, en ik ook.
Niet omdat ik haar voor een keer helemaal zélf heb kunnen voorzien van nieuw speelgoed. Wel omdat ik nog maar een paar jaar geleden mijn dagen voorbij zag kruipen in de zetel. Omdat ik amper in staat was voor mezelf te zorgen. Omdat ik toen alleen maar kon dromen van een klein minimensje dat veel te luid “toetaaa-toetaaaaa” roepend door de kamer zou kruipen met een rode brandweerwagen aan haar zij. Omdat ik nu, op mijn eigen kleine manier, steeds vaker groene verhalen kan vertellen aan mijn dochter, en aan jullie. Omdat ik nu, de voldoening voel van iets naar buiten te brengen, iets te betekenen, een doel te hebben.
Het voelt soms vreemd, om te zeggen dat ik werk. En nog vreemder om mijn kleuter dat te horen uitspreken. Het is slechts een inimini bijberoep, geen standaard job, en in sommige ogen misschien ook geen volwaardige. Maar het doet, samen met mijn mama-taak, mijn dagen vliegen van geluk.
Een beetje onafhankelijk
Het gaat niet zozeer om het kunnen weggaan en weer thuiskomen. Of het feit dat ik nu – al is het niet veel – af en toe helemaal zelf geld verdien met mijn zelfstandige activiteiten. Of dat ik mijn dochter zelf naar school breng en weer ophaal, elke dag, op mijn eigen kracht. Dat is nu toevallig mijn verhaal op dit moment.
Het gaat volgens mij om een gevoel van onafhankelijkheid. Om zelf iets te kunnen verwezenlijken. Ik ben zo dankbaar voor de hulp die ik krijg, van mijn ouders en mijn man. Ik zou het zonder hen niet kunnen. Maar zelf eens iets op eigen benen doen, dat voelt zo lekker. Mijn creativiteit en ondernemingszin kwijt kunnen. Voor iemand zorgen in plaats van de zorg altijd eenzijdig te moeten ontvangen.
Als chronisch zieke ben je zo afhankelijk. Voor vervoer, voor woonst, voor een inkomen. Voor medische begeleiding, voor huishoudelijke hulp. Klusjes zien liggen en die niet zelf kunnen aanpakken. Moeten wachten tot iemand zin heeft om ze voor je te doen. Je maag voelen knorren en geduld hebben, tot iemand een maaltijd komt bereiden. Elke dag wachten tot je huisgenoten vol verhalen weer de voordeur binnenstappen. Of juist weer een dag voorbij zien kruipen zonder dat je een levende ziel gesproken hebt. Hunkeren naar een eigen leven vol bezigheden.
Zelf keuzes kunnen maken, beslissen wanneer je wat gaat doen? Dat is pure rijkdom.
Alles wat ik nu doe, moet nog steeds volgens de harde lijnen van mijn beperkingen. Maar dit stukje, dit kleine stukje betekenis dat ik heb gevonden, het is van mij. En ik doe het zelf.
En al lukt het nog lang niet altijd: het is zo fijn, om ook een keer die voordeur binnen te kunnen stappen.
Dag Sofie, het raakt me een beetje wat je hier schrijft, maar wel mooi geschreven. Dank je wel…
Ik herken er een stukje van maar voor mij voelt het thuiskomen niet alleen aan als thuiskomen in een woonplek.
Voor mij is de betekenis van het thuis komen meer het er mogen ZIJN op aarde….
No matter wat we doen of wat we hebben, louter het gevoel van er te mogen ZIJN in wie we op dat moment zijn.
Ik wens je alle goeds….
Bedankt!
‘Alles wat ik nu doe, moet nog steeds volgens de harde lijnen van mijn beperkingen. Maar dit stukje, dit kleine stukje betekenis dat ik heb gevonden, het is van mij. En ik doe het zelf.’
Herkenbare woorden. Je hebt dit stuk weer mooi geschreven, Sofie! Ik hoop dat je nog vaak die geluksmomenten mag ervaren.
Dankjewel! En ik hoop voor jou hetzelfde.