Rewind, naar een kraambezoek, tien dagen na mijn tweede bevalling.
“Amai, Sofie, daar zit er zeker nog eentje in?!”, lachend wijzend naar mijn buik.
Mijn al onzekere zelfbeeld, kreeg nog een deuk. Het was mij ook opgevallen, dat deze tweede keer, die buik minder snel kromp. Ook in de maanden die volgden, twijfelde ik regelmatig aan mezelf. Gaat het nog wel “goed” komen? En wat is goed, eigenlijk?
Fast forward, naar iets minder dan acht maanden postpartum. Mijn broeken zakken af. Als ik op de weegschaal ga staan, zie ik dat ik terug op mijn gewicht van voor de zwangerschap zit. Mijn buikje is terug platter, al heb ik last van een diastase en blijft er een bolling zichtbaar. Mijn huid voelt ietsje slapper dan vroeger. Mijn navel ziet er gek uit. Een navelbreuk, wellicht. Ook nu is mijn lichaam veranderd. Ook nu zal het nooit meer worden, hoe het was.
Ik probeer mild te zijn. Mijn buik, het nestje van twee wondermooie kinderen. Mijn lichaam, ouder, slapper, maar ook sterker dan het is geweest. Nog steeds haperend en pruttelend, maar immer dragend. Mezelf én de kinderen.
Ik hoop dat we met zijn allen ooit echt die mildheid kunnen voélen. Dat we trots kunnen zijn op ons lijf, en dat het niet blijft bij een voornemen. Dat we niet alleen weten dat het leven meer is dan looks en perfecte plaatjes, maar het ook omarmen.
Die kilo’s zijn maar cijfers. De vormen een herinnering.
Bron afbeelding: Pexels